AI-tools zoals ChatGPT, DALL-E en Midjourney maken gebruik van enorme hoeveelheden auteursrechtelijk beschermd materiaal om hun systemen te trainen. Dit heeft grote gevolgen voor de bescherming van de nieuwe afbeeldingen en teksten die zij genereren. Wie heeft het eigendomsrecht op dit door AI-gegenereerde materiaal en wie kan mogelijk een vergoeding eisen voor het gebruik ervan?
AI staat op het punt om de wereld van teksten, afbeeldingen en grafieken ingrijpend te transformeren. Systemen zoals ChatGPT, DALL-E en Midjourney trainen op miljarden online content items die eigendom zijn van individuen of bedrijven. Een cruciale juridische vraag is welke implicaties dit heeft voor de door AI geproduceerde content en wie aanspraak kan maken op de rechten van deze creaties.
Deze snelle technologische vooruitgang staat tegenover een auteursrechtensysteem dat in essentie nog pre-digitaal is. De Nederlandse Auteurswet, die uit het begin van de 20e eeuw stamt, is in de afgelopen jaren meerdere malen aangepast om in te spelen op digitalisering.
De Auteurswet in Nederland beschermt niet alleen afbeeldingen, schilderijen, films, teksten en foto’s, maar ook mondelinge voordrachten en software. De uitdaging zit in de interpretatie van deze meer dan honderd jaar oude wet, die is opgesteld om het werk van menselijke makers te beschermen en niet om output van algoritmes of machines te reguleren.
Bij iemand die met behulp van software een afbeelding bewerkt, geldt dat het eindresultaat voortkomt uit menselijke inspanning: de computer fungeert slechts als hulpmiddel. De creatieve activiteit en de daaruit voortvloeiende intellectuele creatie zijn afkomstig van de bedienende persoon. In zo’n geval valt het werk onder de auteursrechtelijke bescherming, waardoor alleen de maker hierover kan beschikken.
Dit principe geldt eveneens voor het schrijven van teksten. Een auteur mag inspiratie halen uit verschillende bronnen, zolang hij echter zijn eigen verwoording gebruikt en niet eenvoudigweg kopieert, wordt de tekst bij creatie automatisch beschermd door het auteursrecht.
Met één druk op de knop geregeld
Het creatieproces verloopt anders wanneer er gebruik wordt gemaakt van een tekstuele of grafische AI. In dit geval genereert de computer, na het invoeren van een prompt, het resultaat automatisch – volledig zonder tussenkomst van een mens. De gebruiker van de software neemt hierbij de rol van opdrachtgever aan, door specifiek aan te geven wat de AI moet "schilderen" of "schrijven".
Een dergelijk automatisch gegenereerd resultaat valt echter niet onder de bescherming van het auteursrecht. Dit komt omdat het auteursrecht niet het idee zelf beschermt, maar enkel de concrete uitwerking ervan. Ook geldt het auteursrecht niet voor specifieke stijlelementen die een kunstenaar of schrijver zou toepassen.
Maar zouden AI-ontwikkelaars wellicht auteursrechten kunnen claimen op de creaties van hun machine? Hoewel de code van software zelf auteursrechtelijk beschermd is, geldt dit niet voor de werken die de software produceert. Juridisch onderzoek ondersteunt dezelfde conclusie voor andere betrokken partijen, zoals de eigenaar van de apparatuur.
Niet zomaar
Het is dan ook niet verrassend dat teksten en afbeeldingen die door AI zijn gegenereerd, doorgaans niet onder de strenge regels van het auteursrecht vallen. Dit heeft grote gevolgen: kunstmatig geproduceerde werken zijn niet beschermd en kunnen door iedereen vrij gebruikt worden.
Het is dan ook geen wonder dat enkele grote spelers uit de stockfoto-industrie zich als een van de eersten verzetten tegen deze nieuwe technologie en juridische stappen ondernemen tegen aanbieders. Aan de andere kant kiezen sommige bedrijven voor samenwerking. Zo heeft Shutterstock, samen met OpenAI en LG, een AI-generator ontwikkeld die realistisch ogende foto's kan maken, inclusief gezichten die verbluffend echt lijken.
De uitspraak dat AI-gegenereerde inhoud niet onder het auteursrecht valt, werd begin 2022 bevestigd door de Copyright Review Board (CRB) van het Amerikaanse Copyright Office. De eigenaar van een 'Creativity Machine' had herhaaldelijk geprobeerd om de door hem met AI gemaakte beelden in het auteursrechtregister te laten opnemen.
De CRB concludeerde dat het werk 'A Recent Entrance to Paradise' volledig door een computeralgoritme was gecreëerd. Voor bescherming onder het Amerikaanse auteursrecht is altijd een creatieve menselijke bijdrage vereist: een combinatie van menselijke creativiteit en tastbare expressie. Dit ontbreekt bij een AI-gegenereerde afbeelding.
Dit roept nieuwe juridische vragen op die tot nu toe nauwelijks door juristen zijn behandeld. Kan een AI-gebruiker bijvoorbeeld het auteurschap claimen van automatisch gegenereerde beelden of teksten? Vooral de media lijkt niet goed voorbereid op het omgaan met onbeschermd beeldmateriaal. Het zou zelfs strafbaar kunnen zijn als een auteur een door een computer gegenereerde tekst als zijn eigen werk claimt en daarvoor een vergoeding eist.
Slordige AI
Dit duidelijke resultaat geldt echter alleen voor AI-werken die uit verschillende bronnen zijn samengesteld en zo een nieuw resultaat opleveren. Wanneer het algoritme simpelweg grotere tekst- en beeldcomponenten of code kopieert, kan er sprake zijn van inbreuk op het auteursrecht.
Dit gebeurde vooral bij de eerste versies van AI-programma's. Gebruikers van door AI-gegenereerde codefragmenten ontdekten vaak dat deze fragmenten duidelijk uit herkenbare bronnen kwamen. Dit zijn echter eerder kinderziekten van de technologie, en in latere versies zal dit probleem waarschijnlijk minder vaak voorkomen.
De mogelijkheid om foto's te uploaden en door AI te laten verwerken, kan echter een probleem vormen voor aanbieders van beeldgeneratoren. Midjourney biedt deze functie aan en loopt daarmee een juridisch risico. Als de gebruiker geen rechten heeft op de geüploade afbeelding, kunnen er snel juridische conflicten ontstaan rond auteursrecht en gegevensbescherming.
Aan de andere kant kunnen auteursrechten ook elders worden herroepen: een goed ontworpen en originele prompt die bedoeld is om een specifiek resultaat te behalen, zou in de toekomst mogelijk wel auteursrechtelijke bescherming kunnen krijgen. Dit zou kunnen leiden tot de opkomst van een nieuwe beroepsgroep, bekend als 'prompt engineers', die hun prompts strikt wil beschermen.
Gemengd werk
De juridische situatie wordt ingewikkeld wanneer menselijke en machine-creaties in één werk worden samengevoegd. Dit geldt voor teksten wanneer zelfgeschreven passages worden vermengd met AI-gegenereerde tekst of wanneer een AI-fragment wordt herschreven. Vergelijkbare problemen ontstaan bij de nabewerking van AI-afbeeldingen.
Zolang de wijzigingen beperkt blijven, zou de juridische beoordeling niet moeten veranderen. Dit betekent dat het auteursrecht op het gehele werk niet verloren zou moeten gaan als er slechts enkele passages van een langere tekst worden aangevuld met AI-gegenereerde content.
Aan de andere kant zijn kleine taalkundige wijzigingen in een AI-tekst niet voldoende om auteursrechtelijke bescherming te waarborgen. Voor bescherming moet er een volledig nieuw ontwerp plaatsvinden, zodat er een origineel werk ontstaat. Als een machine een tekst echter in grote mate herschrijft, kan dit zelfs leiden tot het verlies van rechtsbescherming voor de nieuwe tekst.
Deze onduidelijke juridische situatie creëert veel ruimte voor geschillen. Rechters moeten dan letterlijk, woord voor woord of pixel voor pixel, bepalen hoeveel van het werk afkomstig is van de mens en hoeveel van de machine.
Op trainingskamp
Juristen zijn het grotendeels eens over het gebruik van door AI-gegenereerde inhoud. De situatie wordt echter ingewikkelder wanneer het gaat om de vraag of het trainen van AI in overeenstemming is met het auteursrecht. Dit is niet problematisch voor werken waarvan het auteursrecht is verlopen, maar voor foto's, teksten en afbeeldingen die nog beschermd zijn, is het minder duidelijk. Wie dergelijke inhoud wil verzamelen en verwerken, heeft een juridische basis nodig.
In de VS beroepen aanbieders zoals OpenAI zich op het zogenaamde 'fair use'. Deze regeling staat een niet-expliciet gebruik van beschermd materiaal toe, zolang dit gebruik ten goede komt aan openbaar onderwijs en het doel heeft 'de intellectuele productie te stimuleren'.
Of deze uitzondering op het auteursrecht daadwerkelijk van toepassing is, moet door de rechter worden vastgesteld. De eerste rechtszaken van kunstenaars en aanbieders van fotocollecties in de VS zijn al aanhangig gemaakt, maar de kans op succes lijkt klein.
Hoe zit het met de privacy?
Een ander belangrijk onderwerp waar juristen zich mee bezighouden in verband met AI-beeldgeneratoren is privacy. Dit betreft vooral beeldgeneratoren zoals Dall-E of Stable Diffusion, die worden getraind met beelden die vrij beschikbaar zijn op het internet. Om ervoor te zorgen dat de programma's een breed scala aan beelden kunnen weergeven, gebruiken de ontwikkelaars een groot aantal van deze afbeeldingen om een representatieve dwarsdoorsnede van het online beeldmateriaal te krijgen.
Onder de verzamelde afbeeldingen bevinden zich ongetwijfeld veel foto's van echte mensen. Wanneer een persoon duidelijk herkenbaar is, vallen deze afbeeldingen onder de definitie van persoonsgegevens volgens de AVG. Deze wet geldt voor alle informatie die een persoon identificeert. In de Auteurswet is er ook het portretrecht. Dit betekent dat portretten die niet in opdracht zijn gemaakt, in principe vrij gepubliceerd mogen worden.
Echter, als iemand een 'redelijk belang' heeft om zich hiertegen te verzetten, zoals het beschermen van zijn privacy, zal de rechter moeten bepalen of dat belang redelijk is en of het opweegt tegen de publicatie. Het portretrecht geldt ook voor tekeningen en schilderijen, met uitzondering van bekende personen, zoals beroemdheden.
Een complicerende factor is dat betrokkenen vaak niet eens weten dat hun afbeelding wordt gebruikt. De AVG erkent echter uitzonderingen op de verplichting om betrokkenen te informeren over de verwerking van hun gegevens. De verwerker kan hiervan afzien als 'het verstrekken van deze informatie onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning zou vergen'.
Je kunt met recht stellen dat het in het geval van massale beeldverzameling vrijwel onmogelijk is om alle betrokkenen te informeren. Dit komt doordat de verzameling van beelden geautomatiseerd is. De aanbieders van AI-ondersteunde beeldgeneratoren weten mogelijk zelf niet precies welke afbeeldingen van personen hun systemen gebruiken voor training.
Omgaan met nepbeelden
Nepbeelden van mensen die met behulp van AI-ondersteunde beeldgeneratoren zijn gemaakt, vormen een belangrijk aandachtspunt in het kader van de AVG. Deze afbeeldingen kunnen namelijk worden beschouwd als 'onjuiste gegevens'. Dergelijke vervalsingen kunnen personen in diskrediet brengen en aanzienlijke schade veroorzaken, wat precies het doel was van de wetgever bij het opstellen van de AVG. Daarom biedt de AVG een juridische basis voor het verwijderen van dergelijke afbeeldingen.
Bovendien kan de verspreider zelfs worden vervolgd of aansprakelijk worden gesteld voor schadevergoeding als de beelden misbruikt worden of in een seksuele context worden gebruikt. Diensten zoals Dall-E hebben daarom maatregelen getroffen om te voorkomen dat er afbeeldingen van echte mensen worden gegenereerd. Aanbieders zoals Midjourney daarentegen maken het uploaden van afbeeldingen mogelijk, wat dit soort misbruik kan vergemakkelijken.
Om duidelijke grenzen te stellen aan dit gebruik, hebben aanbieders verschillende maatregelen ingebouwd om misbruik te voorkomen. Ze maken gebruik van filters die de weergave van geseksualiseerde inhoud, vooral met betrekking tot kinderen, uitsluiten. Afbeeldingen van geweld of wapens worden ook geblokkeerd, en er is een uitgebreide lijst van woorden die niet mogen worden gebruikt. Desondanks kunnen aanbieders nauwelijks alle mogelijkheden van misbruik en schendingen van privacy uitsluiten.
Conclusie
Bij een nieuwe en potentieel ontwrichtende technologie zoals AI-beeld- en tekstgeneratoren zijn er vanuit juridisch perspectief nog veel vragen onbeantwoord. Het is lastig in te schatten welke veranderingen zich zullen voordoen voor verschillende beroepen, van illustratoren en auteurs tot ontwerpers en advocaten.
Er is consensus dat afbeeldingen, codes of teksten die door AI zijn gegenereerd, in het algemeen niet onder het auteursrecht vallen. Dit betekent dat ze door iedereen vrij kunnen worden gebruikt en verspreid.
Deze vrijheid in het omgaan met AI-werken baart echter veel belangengroepen, zoals kunstenaars en rechthebbenden, zorgen. De eerste rechtszaken zijn al aanhangig gemaakt, en de betrokken lobby's zullen ongetwijfeld proberen hun belangen in deze nieuwe situatie veilig te stellen.
Toch zullen de dreigende of lopende rechtszaken waarschijnlijk vooral gericht zijn op de AI-aanbieders en niet op de gebruikers. Laatstgenoemden kunnen in de nabije toekomst rekenen op spannende en innovatieve diensten.